Joseph Charles Philpot (1802-1869) groeit op in een predikantsgezin te Ripple, in Engeland. Al vroeg moet hij veel verdriet meemaken. Twee zussen en twee broers overlijden aan tuberculose. Op jonge leeftijd wordt hij ernstig ziek, hij krijgt longtering waarvan hij, tegen ieders verwachtingen in, weer mag herstellen.
Omdat hij goed leren kan, wordt hij door Pennefather gevraagd gouverneur te worden van zijn zoons en hen op te leiden voor de universiteit. Daar, in Ierland, komt hij tot bekering.
Eenmaal terug in Engeland krijgt hij moeilijkheden op de universiteit van Oxford. De Heere opent een andere weg: hij wordt predikant van Stadhampton. In de Engelse staatkerk voelt hij zich niet meer thuis en sluit zich aan bij de Bijzondere Baptisten. In 1835 doopt John Warburton hem opnieuw. Als hoofdredacteur van het maandblad de 'Gospel Standard' mag hij velen tot zegen zijn. Meer dan 500 preken heeft hij nagelaten en de dagboeken 'Door Baca's vallei' en 'Korenaren uit de volle oogst' zijn onder ons nog geliefd.
